Zomerwiel

Jaar
1983
Afmetingen
216 x 420 x 720 cm
Materiaal
staal
Inventarisnummer
248
Categorie(ën)
Trefwoorden

Het wiel is eigenlijk een voorloper van de Tarim Machine en van de Utah Machine. Dat is het oorspronkelijke concept om met behulp van olie een wiel aan te drijven, maar ik heb het later gemaakt als die twee dingen omdat het motief om het te maken er steeds niet was, dat ontstond niet.

Met dat wiel is dat later gebeurd als met die andere concepten daarvan. Het is een systeem, dat onder invloed van warmte van de zon of van de dag, olie uit doet zetten en via een palmechaniek en een motor omgezet wordt in een beweging. Alleen dit ding kon steeds maar niet ontstaan omdat ik maar nooit klaar kwam met die motor. Maar die motor heb ik nou dus wel.
Die palen, dat zijn evenwichtpalen en vloeistofreservoirs, maar dat kun je niet zien. En die veren zijn een afgeleide van de Tarim Machine. De Tarim Machine is helemaal compleet afgeveerd, voor als hij zou vallen. En dat is eigenlijk hier meer formeel als functioneel aanwezig. Die veren geven een soort spanning, een soort ingehoudenheid, een soort richting naar de naaf toe, van hoe een wiel is, dat is dus niet direct iets functioneels. Ik heb er wel eens boven op gestaan en op gelopen als op een ton, en dan functioneren die veren wel. Een wiel als fenomeen heeft heel veel aspecten, dat is ook een wonder, op allerlei manieren is dat een wonder, en dat heeft ook allerlei eigenschappen.
Een van de eigenschappen van een modern wiel is dat het onafgeveerd gewicht zo klein mogelijk moet zijn. Dat betekent dat de massa van het wiel die voor de veer zit zo klein mogelijk moet zijn, dat betekent dus dat als je de veer vlak achter de band maakt, dat het onafgeveerd gewicht minimaal is. En ik vind het aardig dat bij een wiel dat zo verschrikkelijk langzaam zou rijden dat het in principe helemaal niet hoeft te veren, dat het onafgeveerd gewicht in het wiel zelf zit, en niet in de as. Het is dus een heel gunstig wiel. Die veren zijn natuurlijk wel een maakvereenvoudiging. Die functioneert ook als er onnauwkeurigheid in de maat aan de orde is. Dan zorgt de veer ervoor dat je hem op kunt spannen. Ik maakte een detail en daar raakte ik verliefd op als het ware, en dan kan een ding niet afkomen.
Het mooie van zo’n ding maken is toch de eindmontage. Dat was heel geweldig, vorig jaar heb ik dat gedaan. ‘s Morgens vroeg opgestaan en dan doorwerken, steeds een fotootje knippen, dan van ‘s morgens negen tot’s avonds elf. En dan om elf uur is zo’n ding klaar. En dan naar bed, heel moe. En daags daarna weer opstaan, de zon op dat ding, fantastisch. Dat is ook waarom ik soms ook wat maak, omdat ik het zelf wil zien, ik ben nieuwsgierig naar wat ik eigenlijk bedacht heb. Soms heel erg het motief om iets te doen want het maken zelf dat pleziert mij niet bijzonder. Je kunt sommige dingen uitbesteden, hoewel als je dingen zelf doet, dan zijn ze in het aanraken van jou. En bij sommige dingen is dat van belang. Vaak is het zo dat als je dingen binnen hebt staan dat ze groter zijn, sterker werken dan als ze buiten zijn. Bij dit wiel is dat net andersom. Hoe vrijer in het landschap, hoe majestueuzer dat ding is. Het heeft een heel sterke visuele kracht die in zekere zin ook niet de mijne is, een wiel is een wiel.”

‘Uit de werkplaats’ cat. Van Abbemuseum 1984

 

Gerrit-van-bakel-zomerwiel
Negatiefblad maakproces Zomerwiel. Foto: Gerrit van Bakel
gerrit-van-bakel-zomerwiel-schets
Schetsblad Zomerwiel gepubliceerd in cat. Uit de werkplaats van Abbemuseum 1984
gerrit-van-bakel-zomerwiel-detail
Detail naaf Zomerwiel met veren.