Perseïdenkijker

Jaar
1983
Afmetingen
150 x 160 x 140 cm
Materiaal
multiplex, triplex, vurenhout, ramin
Inventarisnummer
250
Categorie(ën)
Trefwoorden

Een beetje fragiel, een beetje knullig en toch een beetje subtiel, dit zijn flapjes om te zorgen dat het geluid van de weg niet teveel in je oren komt. Nou de hoek is ongeveer de hoek van het sterrenbeeld Perseus rond de achtste of tiende augustus.
Het ding bestaat ook omdat ik rond die tijd, begin augustus, een beetje depressief hen, omdat ik weet dat er rond die tijd alweer herfst in de vloeiststoffen komt. Je ziet het niet, maar op de een of andere manier voel je dat. En ik vind het heel aardig dat er rond die tijd veertig of vijftig, zestig lichtflitsjes in de nacht zijn. Waar je wensen bij kunt doen. Dit ding, dit concept heeft in heel veel vormen bestaan. Een andere vorm waarin het zou kunnen bestaan, dan is dit hoofdding ongeveer hetzelfde. Maar dan is het niet zo simpel met een schraagje onder een hoek gezet maar dan is het een soort roeiboot waar je aan een contragewicht moet verplaatsen en je je als zodanig in de Perseushoek komt, als een soort kantelding.

Maar elke keer rond augustus dat ik dacht ik moet mijn depressie bezweren door naar die vallende sterren te gaan kijken en me verder met niemand te bemoeien, en ook niet met mezelf, mezelf overgeven. Ik was altijd te laat in mijn schetsboek om dat te doen, dus ik kreeg altijd wel begin augustus tekeningen die daarover gingen, bijvoorbeeld een roeibootsysteem, dat helemaal een machine was, ook een beetje een pijnbankachtig iets was. Een pijnbank die vreugde schept zal ik maar zeggen. Maar op een gegeven moment heb ik mezelf geforceerd en gezegd; dat moet gemaakt worden. Nou dat is dan vorig jaar gebeurd. Je kunt ook zien in verhouding tot een aantal dingen die ik maak, hier maar een schroef, dit nog recht en nog niet, enfin het is nog niet verfijnd, dat is gewoon, het heeft iets. Maar daar krijg je iets voor terug, de atmosfeer van dit ding is gewoon mooi.

Het moet eigenlijk zo zijn dat eerst iemand hoort dat er een Perseïdenkijker is, en hem dan pas ziet. Je moet eerst horen en dan pas zien. Dat is de rangorde. Vervolgens zie je dat ding en meet je eventueel je eigen voorstelling met het beeld van wat je hier ziet. En ben je vervolgens teleurgesteld, of niet.

Nee, dat kan toch? Maar daar gaat het niet om. Het gaat er wel om dat je eerst een beeld krijgt, of voor mensen die feitelijk naar de sterren kijken, denken aan een soort opstelling die je kunt verstellen, waarmee je in ieder geval een soort kijker hebt, met lenzen. En vervolgens komen ze en zien een gebogen stukje triplex met wat houtjes erachter en een rondje met een gaatje om je achterhoofd in te laten steunen. Je denkt meteen; dat breekt. Maar het breekt net niet.”

‘Uit de werkplaats’ cat. Van Abbemuseum 1984

 

Gerrit-van-Bakel-Perseidenkijker
Foto: Gerrit van Bakel
Gerrit-van-Bakel-Perseidenkijker-schets
Schets perseïden kijker, kristallen bol. 1983 ca. 15 x 12 cm inkt op papier

 

Negatiefblad Perseidenkijker buiten Randweg. Fotograaf: Gerrit van Bakel